Stel: je hebt goede betonplaten gekocht bij betonspecialist Wester-Beton en je gaat ze leggen. Je moet dan wel weten hoe je dat het beste kunt doen. Wat voor ondergrond moet je hebben? Hoeveel afschot moet je creëren? Hoe leg je de platen? We leggen het je hieronder uitgebreid uit.

Goed stapelen

Voordat je begint met het leggen van de betonplaten, liggen de betonplaten vast ergens gestapeld. Tijdens het stapelen dien je ook al rekening te houden met enkele dingen, namelijk:

  • Leg de eerste plaat op een vlakke, verharde ondergrond
  • Plaats tussen de platen altijd steunpunten, zoals betonklinkers
  • Plaats maximaal zes betonplaten op elkaar
  • Plaats een betonplaat altijd met de steunpunten precies boven de steunpunten van de plaat eronder

Ondergrond

Als ondergrond voor betonplaten wordt altijd zand gebruikt. De ondergrond van de betonplaten moet voldoende draagkracht hebben, namelijk minimaal 0,06 N/mm3. De ondergrond dient namelijk een stabiele basis te zijn voor de betonplaten zodat ze niet verzakken. De norm hiervoor is een proctorwaarde (verdichtingsgraad) van 98%. Zorg dat de ondergrond minimaal 20 centimeter verdicht zand is met daarom 5 centimeter niet-verdicht zand.

Betonplaten leggen

Betonplaten zijn zwaar en dienen daarom met een zuignap, T-haak of speciale halve maanhaak gelegd te worden (let op: bij gebruik van halve maanhaken mag de ketting niet langer zijn dan 140 centimeter). Houd rekening met een voeg van vijf millimeter. Na het leggen vul je de voegen met rul zand (droog, los zand). De platen sluit je vervolgens af met een kleirug of betonnen opsluitband, zodat de betonplaten niet verzakken.

Afschot

Het oppervlak moet een afschot van 0,5% hebben zodat je een goede waterafvoer hebt. Anders kan het zijn dat (regen)water relatief lang op de platen blijft liggen.